Vertrouwen in de flexwet is ver te zoeken

7 december 2016 | De regel dat werknemers na twee jaar een vast contract moeten krijgen, verdwijnt zo goed als zeker na de verkiezingen. Behalve PvdA en SP gelooft niemand meer in de flexwet. Maar de alternatieven brengen meer onzekerheid.

Er breekt een nieuwe, ongewisse tijd aan voor werknemers. Zette dit kabinet samen met de polder nog grote stappen op het gebied van ontslag en vaste contracten, na de verkiezingen in maart wordt het allemaal weer anders. Veel partijen willen opnieuw het mes zetten in het ontslagrecht en de regels over vaste contracten veranderen.

Er is weinig steun meer voor de veelbesproken Wet Werk en Zekerheid (WWZ) van Asscher, sinds een ruime meerderheid in de Tweede Kamer er zo’n drie jaar geleden mee instemde. ,,De wet is mislukt”, vindt D66-Kamerlid Steven van Weyenberg. ,,Er zijn zes keer meer flexcontracten bij gekomen dan vaste banen.”

Sneller de bons

,,Na de verkiezingen moet de wet meteen terug naar de tekentafel”, zegt VVD’ er Bas van ’t Wout. Dit voorjaar trok MKB-voorzitter Michaël van Straalen al zijn handen ervanaf, terwijl de wet rechtstreeks voortvloeit uit de afspraken die de werkgeversorganisatie met de vakbonden maakte in het sociaal akkoord. De afspraak voor meer vaste contracten werd amper nageleefd, veel werkgevers gaven hun personeel juist sneller de bons.

Inmiddels zijn veel partijen in de Tweede Kamer kritisch, blijkt deze week weer tijdens de begrotingsbehandeling van Sociale Zaken. VVD, CDA, GroenLinks, ChristenUnie en SGP willen werkgevers weer meer tijdelijke contracten laten uitdelen, zoals voorheen. Het is de sloophamer tegen een van de fundamenten van de wet, dat werknemers na twee jaar een vast contract moeten krijgen.

In de praktijk staan mensen sneller op straat, zegt Van ’t Wout. ,,Je kunt vanuit Den Haag geen vaste contracten verordonneren. Daarom zeggen wij: liever vijf jaar tijdelijke contracten dan na twee jaar op straat.”

Hypotheek

Meerdere partijen introduceren langjarige contracten, waarbij je als werknemer bijvoorbeeld een contract voor vijf jaar kunt krijgen. CDA-Kamerlid Pieter Heerma: ,,Dan heeft iemand geen vast contract, maar wel vijf jaar een baan. Ik denk dat veel jongeren dat liever hebben, dan na twee jaar ontslag. Met een vijfjarig contract kun je bijvoorbeeld een hypotheek krijgen.”

Ook aan het nieuwste ontslagrecht, een ander fundament van de wet, wordt hoogstwaarschijnlijk getornd na de verkiezingen. De VVD en de christelijke partijen willen dat rechters weer meer vrijheid krijgen om ontslagvergoedingen toe te kennen en contracten te ontbinden. De kantonrechters klaagden zelf al de afgelopen jaren dat de wet te rigide is.

Terug bij af

Terug bij af dus, op twee punten. Toch keer je hiermee de trend niet van steeds meer flex en steeds minder vast, een ambitie die de politiek wel heeft. Nog altijd heeft 73,2 procent van de werkenden een vast contract, maar dat percentage daalt en het aantal tijdelijke contracten groeit harder.

VVD en D66 zien een oplossing in het uitkleden van het vaste contract. Het idee is dat werkgevers eerder iemand vast in dienst nemen, als ze hem of haar makkelijker kunnen ontslaan. D66 bepleit voor iedereen een vast contract, maar dan zonder de hoge bescherming die er nu bij hoort. De VVD wil dat werknemers na ontslag korter WW krijgen. Van ’t Wout.: ,,Hoe langer je in de WW zit, hoe moeilijker je een baan vindt.”

Even duur

De PvdA en SP redeneren andersom. Zij vinden dat tijdelijke werknemers meer rechten moeten krijgen, zodat werkgevers net zo goed een vast contract kunnen uitdelen. Daarom willen ze dat je vanaf de eerste werkdag recht hebt op ontslagvergoeding. ,,Dan zijn flexkrachten even duur”, zegt SP’er Paul Ulenbelt.

Er is nóg een reden waarom werkgevers huiverig zijn voor vaste contracten. Als de werknemer ziek wordt, moeten ze vaste krachten twee jaar een groot deel van het loon betalen. Voor kleine bedrijven is dat moeilijk op te brengen. Ook deze regeling gaat na de verkiezingen waarschijnlijk op de schop.

Bron: AD