Aanwijzen werkkosten

16 februari 2016 |

Uiterlijk vóór het fiscale genietingsmoment dient een vergoeding/verstrekking aangewezen te zijn als werkkosten. Het is dus niet meer mogelijk om dit  achteraf te doen, als de betaling al is belast met de verplichte inhoudingen. U kunt dus de reeds betaalde vergoedingen niet meer met terugwerkende kracht aanwijzen als werkkosten, dat dient u voor het genietingsmoment te doen. Hierbij moet natuurlijk wel de gebruikelijkheidstoets in aanmerking worden genomen.

Aanwijzen als werkkosten wil zeggen dat de vergoeding niet wordt opgenomen in de bruto-netto berekening. Daarmee heeft u de vergoeding feitelijk aangewezen als werkkosten. Ook in dit geval kunt u niet meer met terugwerkende kracht de vergoeding alsnog opnemen in de bruto-netto berekening, en de verschuldigde heffingen afdragen. Uitzondering is de situatie waarbij er sprake is van een expliciete fout en u deze wilt herstellen.

Sinds 2015 neemt de Belastingdienst een nieuw standpunt in. Het enkel niet opnemen op de salarisstrook zou onvoldoende zijn, de Belastingdienst wil graag een expliciete handeling zien. Een expliciete handeling tot aanwijzen als werkkosten. Hoe en waar is niet aangegeven.

Binnen bepaalde grenzen kunt u als werkgever loonbestanddelen aanwijzen als werkkosten ten laste van de vrije 1,2%-ruimte. Deze aanwijzing heeft twee gevolgen:

U kunt gebruik maken van de zogeheten gerichte vrijstellingen (voorbeelden: zakelijke reis-en verblijfskosten, studiekosten en bepaalde mobiele communicatiemiddelen).

Ontbreekt een gerichte vrijstelling dan is sprake van belast loon. Door de aanwijzing als werkkosten moet u de verschuldigde loonbelasting voor uw rekening nemen. Het loon wordt geboekt ten laste van de vrije 1,2%-ruimte. Bij overschrijding van deze vrije ruimte bent u 80%-eindheffing verschuldigd.

De Belastingdienst lijkt nu de deur te willen openhouden om bij naheffingen over het verleden het standpunt te kunnen innemen dat geen aanwijzing als werkkosten heeft plaatsgevonden. De deur naar de gerichte vrijstellingen, naar de vrije 1,2%-ruimte en naar het eindheffingstarief van 80% zou dan zijn gesloten. Die deur zou alleen open staan indien u ten tijde van de loonbetaling dat loon expliciet (schriftelijk?) als werkkosten heeft aangewezen. Wij zetten vraagtekens bij de juistheid van een dergelijk standpunt.

Ons advies is dan ook om (schriftelijk) vast te leggen dat u de keuze maakt om een bepaald loonbestanddeel aan te wijzen als werkkosten en deze binnen de vrije ruimte te laten vallen.