Bepaling hoogte aanzegboete; arbeidsduur staat voor werkdagen, niet voor kalenderdagen
Kantonrechter Utrecht, 14 augustus 2015 – In deze zaak vordert de werkneemster – onder meer – een financiële vergoeding wegens het schenden van de aanzegplicht van de werkgever. De werkneemster stelt zich op het standpunt dat de hoogte van de vergoeding één maandsalaris bedraagt. In deze uitspraak wordt uitleg gegeven aan het begrip arbeidsduur, zoals bedoeld in het Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding.
De zaak
De werkneemster is met ingang van 1 januari 2015 voor de duur van zes maanden bij de werkgeefster in dienst getreden. De werkgeefster heeft, ondanks meerdere sommaties, het salaris over de maanden mei en juni 2015 alsmede de overuren over april 2015 niet betaald.
De werkneemster vordert achterstallig salaris en een schadevergoeding nu de werkgeefster de aanzegverplichting, zoals bedoeld in artikel 7:668 lid 3 BW, niet is nagekomen. De werkgeefster voert geen verweer.
De kantonrechter
Nu de werkgeefster geen verweer heeft gevoerd en de vordering de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, wijst de kantonrechter de vorderingen toe met inachtneming van het onderstaande.
De werkneemster stelt dat de aanzegvergoeding als bedoeld in artikel 7:668 lid 3 BW één maand loon bedraagt. Volgens artikel 2 Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding wordt onder loon verstaan: het bruto uurloon vermenigvuldigd met de overeengekomen arbeidsduur per maand of indien geen of een wisselende arbeidsduur is overeengekomen het bruto uurloon vermenigvuldigd met het gemiddelde aantal gewerkte uren per maand.
In dit geval zijn partijen een bruto uurloon vermenigvuldigd met de overeengekomen arbeidsduur per week overeengekomen. Dat betekent dat de overeengekomen arbeidsduur per week moet worden omgerekend naar de overeengekomen arbeidsduur per maand, waarbij de kantonrechter erop wijst dat arbeidsduur staat voor werkdagen en niet voor kalenderdagen. Daarom moet niet worden gerekend met 28 of 31 kalenderdagen per maand, maar met 20, 21 of 22 werkdagen. In casu bevatte de maand 22 werkdagen, zodat één maand loon in de zin van artikel 7:668 lid 3 BW jo. artikel 2 Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding wordt begroot op ((38 uur per week/5 werkdagen =) 7,6 uur per werkdag x € 13,36 per uur x 22 werkdagen =) € 2.233,79 bruto. Dit bedrag wordt aan de werkneemster toegewezen.
Rechtbank Midden-Nederland 14 augustus 2015, ECLI:NL:RBMNE:2015:6385.